Mest pyrolyse

Wanneer er onvoldoende uitlaatgas warmte van een WKK beschikbaar is, kan de warmte van de Regenis mest pyrolyse gebruikt worden om het digestaat te drogen. Na mest pyrolyse blijft er enkel biokool over, wat slechts een paar procent van het originele volume van de mest is. Eenvoudig gezegd kan pyrolyse worden gezien als verbranding zonder vlam, waarbij de vorming van syngas (verbrandingsgas) en het verbranden van het syngas in twee apart gecontroleerde processen plaatsvindt. Hierdoor is er veel meer controle over de emissies.

De pyrolyse brander functioneert met biomassa (mest, digestaat, compost, cacao-schillen etc.) met een drogestof gehalte van minimaal 50 % en maximale afmetingen van de biomassa (relevant in het geval van houtsnippers etc.) van 5 cm. De restanten van de pyrolyse verbranding zijn volledig droog en kunnen als biokool in een energie-centrale bijgestookt worden, of als bodemverbeteraar worden ingezet. Deze reststof kan na gebruik als poeder of als briketten geperst worden en daarmee geschikt gemaakt worden voor transport in een “ Walking Floor” oplegger. Het is ook zeer geschikt als bodemverbeteraar.

De afbeelding rechts geeft de biokool weer die is overgebleven na het pyrolyseren van varkensmest. In tegenstelling tot de teerachtige output van de meeste pyrlolyse-reactoren heeft de Regenis MAX droge kool als output. Op aanvraag kunnen we het samenstellingsrapport van de biokool overhandigen.